In Duitsland liggen een aantal steden midden in de natuur. Trier is er daar een van. Daardoor kun je tijdens een lang weekend in Trier de stad perfect met natuur in de omgeving combineren. Terwijl je ’s ochtends nog lekker door de stad slentert, kun je ’s middags al midden in het groen fietsen en ’s avonds weer op een terras in het gezellige Trier zitten. Heerlijk!
Op zoek naar de sporen van de Romeinen in Trier
Ongeveer 2000 jaar geleden heette Trier nog Augusta Trevorum. Het werd de hoofdstad van de provincie Belgica Prima en Trier was zelfs een tijdje de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk. De naam Trier komt trouwens van de Keltische stam, de Trevieren, die Julius Caesar heeft verslagen in zijn veldtocht tegen Gallië van 58 tot 50 voor Christus. De Romeinen richtten toen een militair kamp op de Petrisberg op. Resten hiervan zijn nog tot de dag van vandaag te zien. Dat is toch gaaf!
En er zijn meer sporen van de Romeinen in Trier. Als je een dagje op pad gaat met de AntikenCard, kun je een aantal van deze eeuwenoude gebouwen bezoeken. Zelf vond ik de Kaisertherme heel indrukwekkend om te zien. Het idee dat hier tientallen eeuwen geleden de Romeinen konden komen badderen! En een fijn uitzicht hadden ze daarbij ook nog want de Keizerthermen liggen aan de voet van de Petrisberg. De Romeinen lieten zich goed verzorgen door hun slaven. En die slaven renden van hot naar her via de ondergrondse gangen, waar ook het vervuilde water doorheen stroomde. Trek zeker een uurtje uit voor de Kaisertherme want je kunt heel wat meters maken door de ondergrondse gangen. En je kijkt je ogen uit! Als wellness-hotspot zijn de Kaisertherme trouwens nooit gebruikt. In latere tijden onder meer als burcht, klooster en stadsmuur.
Als je nog een stukje verder richting de Petrisberg wandelt, kom je bij het Amfitheater. Ja, Trier heeft een heus amfitheater! Het werd aan het einde van de 2e eeuw gebouwd om de bevolking te vermaken. Wel 18.000 mensen konden kijken naar het spektakel dat zich ‘in de ring’ voltrok. En voor spektakel werd gezorgd. Aan de rand werden kooien gebouwd waar mens en dier wachtten op de strijd. Ook bevindt zich midden in het amfitheater een ingenieus systeem waarmee mensen en dieren midden in het strijdtoneel geplaatst konden worden. Als je nu door het verlaten amfitheater en de ondergrondse gangen wandelt, is het bijna onvoorstelbaar dat het hier ooit een drukte van jewelste was.
Behalve deze twee gebouwen in de Romeinse tijd bevinden zich in Trier ook nog de Porta Nigra, de best bewaarde Romeinse stadspoort ten noorden van de Alpen, en de Thermen aan de Viehmarkt. Deze laatste thermen zijn – anders dan de Kaisertherme – overdekt met een glazen gebouw. Met de AntikenCard kun je meerdere Romeinse bezienswaardigheden in Trier bezoeken. Er zijn twee opties. Met de AntikenCard Basic (€12,-) kun je bij twee Romeinse gebouwen en het Rheinisches Landesmuseum naar binnen, met de AntikenCard Premium (€18,-) naar alle vier de gebouwen en het museum.
Meer weten over de geschiedenis van Trier? Marko van Bestemming Buitenlucht schreef een blog met tips voor het historische Trier.
Zoek het hogerop: de beste uitzichtpunten in Trier
Vind jij het ook zo leuk om tijdens je weekendje weg een uitzichtpunt te bezoeken? Altijd leuk om een overzicht van de stad en de omgeving te krijgen! Tijdens mijn weekend in Trier heb ik een paar plekjes met een mooi uitzicht ontdekt:
- De Romeinen hadden het al herkend: vanaf de Petrisberg heb je goed zicht op Trier en omgeving. Je staat hier een goede 100 meter over de stad en kunt op heldere dagen zelfs Luxemburg zien liggen. De inwoners van Trier noemen het uitzichtpunt op de Petrisberg ook wel de Knutschkurve: de kusbocht. Ik laat aan je eigen fantasie over waarom – en wat je met deze informatie doet 😉
- Als je de Moezel oversteekt en na de brug meteen naar rechts wandelt, kom je in het Weisshauswald. Voor je het bos in loopt, loop je een stukje langs de rand van de heuvel. En heb je een prachtig uitzicht op Trier en de Moezel. Nog niet genoeg van het uitzicht? Dan kun je nog een hapje gaan eten of iets drinken bij Villa Weisshaus.
- Aan de Moezel-oever staat sinds juni 2021 een reuzenrad! Vanuit de Bellevue kijk je mooi op de Moezel met daarachter het Weisshauswald en de Eifel. En aan de andere kant zie je de markante gebouwen in het centrum van Trier, zoals de Dom. Als je het goed timet, is het trouwens extra leuk als je tegen zonsondergang een rondje met het reuzenrad maakt!
Fietsen in de omgeving van Trier: Mosel-Radweg & Saar-Radweg
Trier is een mooie uitvalsbasis voor fietstochten in de natuur. Of je tijdens je vakantie eens een relaxed dagje wilt fietsen of liever flink doortrapt, het kan allemaal. Je kunt namelijk lekker vlak langs de rivieren fietsen of juist de heuvels in gaan. Er zijn een heleboel routes die je direct vanuit Trier kunt fietsen. Tijdens mijn weekend in Trier fietste ik vooral langs de rivieren: langs de Mosel-Radweg en langs de Saar-Radweg.
Via Mosel-Radweg & Saar-Radweg van Trier naar Saarburg
Gelijk twee rivieren pak je mee op deze route: eerst een stuk langs de Moezel, daarna een stuk langs de Saar. Het is nog vroeg in de ochtend als ik begin aan mijn fietstocht langs het water, maar ik ben niet de enige. De zomervakantie is voor de meesten net begonnen en de Mosel-Radweg is een geliefde route voor een meerdaagse fietstocht. Op de eerste kilometers naar Konz kom ik steeds meer mensen met vrolijk gekleurde en volgepropte fietstassen tegen.
Hoe anders is dat als ik bij Konz de Moezel verruil voor de Saar en verder fiets over de Saar-Radweg. Vanaf daar kom ik bijna niemand meer tegen. Ik snap er eigenlijk niks van want langs de Saar is het minstens zo mooi. En groen! Inmiddels maken de dikke wolken langzaam plaats voor de zon en ziet het landschap er nog vriendelijker uit. De fietspaden zijn goed en daardoor gaan de kilometers snel. Hoewel ik ook steeds weer mooie dingen om te fotograferen zie: wilde bloemen langs de Saar, een kerkje aan de oever en de zon op de wijngaarden.
En dan zie ik in de verte al de burchtruïne van Saarburg. Ik ben trap nog even wat harder want ik ben onwijs benieuwd. Toen ik aan het toeristenbureau tips voor fietsroutes vanuit Trier vroeg, raadde de dame me meteen aan naar Saarburg te gaan. “Heel romantisch” noemde ze het stadje. Ze blijkt gelijk te hebben. Het woord ‘romantisch’ beschrijft Saarburg goed. ‘Idyllisch’ trouwens ook. Als ik door een straatje met kleurrijke vissershuisjes fiets, gebaart een meneer me te stoppen. “Je kunt niet verder fietsen hoor, het wordt zometeen echt steil, het is beter als je afstapt,” raadt hij me aan. Eigenwijs denk ik nog dat het wel mee zal vallen, maar stap toch van de fiets. Ongeveer honderd meter later snap ik zijn advies. Het straatje wordt steeds smaller en steiler. En mooier! Halverwege de heuvel is een uitzichtplatform. Ik zet mijn fiets tegen de muur en kijk over de rand. Een waterval! Midden in het stadje Saarburg vormt de rustig kabbelende Leukebach opeens een 20 meter hoge waterval.
Daarna wandel ik het laatste stukje van de heuvel op tot ik midden in de gezellige drukte van Saarburg sta. Inmiddels schijnt de zon volop en lopen de terrassen langs het water langzaam vol. Saarburg is een schattig stadje en het is de moeite waard om er even de tijd voor te nemen. Bezienswaardigheden in Saarburg zijn onder meer de burcht, de Sint-Laurentiuskerk en de mooie historische gebouwen in het centrum. Geen zin om te lopen? Dan kun je alles op je gemakje vanuit het kleine treintje de Saarbahn bekijken. Liever wat meer adrenaline? Dan kun je gaan rodelen op de Warsberg. Op de Warsberg kom je vanuit Saarburg trouwens met een korte wandeling of met de kabelbaan.
Op de terugweg kun je langs de andere kant van de Saar terug naar Konz fietsen. Vanaf Konz volg je dan weer de Moezel naar Trier.
Langs de Moezel van Trier naar Nittel (of Perl)
Net iets buiten het centrum van Trier kun je de Mosel-Radweg in beide richtingen oppakken. Ik koos voor de tweede etappe van deze langeafstandsroute: van Trier naar Nittel. Je fietst dan langs de rivier richting Luxemburg. De etappe is 25 kilometer lang en daarom heen en weer terug als dagtocht goed te doen. Alternatief kun je ook doorfietsen naar Perl, een stadje aan de Duits-Frans-Luxemburgse grens, en dan met de trein terug naar Trier rijden.
Het mooiste stuk van deze etappe vond ik tussen Konz en Nittel. De heuvels aan weerszijden van de Moezel worden hier steeds iets steiler en langs de rivier liggen mooie dorpjes waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Dan zie ik opeens een bordje Luxemburg. Als ik de brug zou oversteken, sta ik opeens in een ander land. Dat doe ik niet, in plaats daarvan blijf ik aan de Duitse kant van de Moezel en heb mooi zicht op de wijngaarden aan de overkant. Vlak voordat ik Nittel bereik, worden de heuvels opeens echt steil en boven de groene wijnranken steken indrukwekkende rotsen uit.
“Dat zijn de kalksteenrotsen,” legt Matthias Apel van Weingut Apel me uit, als ik een plekje op het zonnige terras van het bijbehorende restaurant heb gevonden. Samen met zijn twee broers is hij de vijfde generatie van het familiebedrijf. Bijzonder is dat familie Apel behalve de bekende Pinot-wijndruiven ook Elbling verbouwd. “Het is een van de oudste wijndruivensoorten. Lange tijd werd ‘ie bijna nergens meer verbouwd en inmiddels is het een echte specialiteit aan de Obermosel geworden. Het levert een wijn op die perfect is voor zomers weer,” vertelt Matthias. Dat moet ik proeven. Er wordt me een Roter Elbling aangeraden, gemaakt van een zeldzame wittewijndruif die een licht roze kleurende witte wijn oplevert. Hij is heerlijk zacht van smaak, licht tintelend en inderdaad perfect voor deze zomerse dag. Ook lekker met het kaasplankje met kaas uit de drie Moezel-landen Duitsland, Luxemburg en Frankrijk!
Ik had nog wel uren op het terras van Weingut Apel kunnen zitten, maar dan was ik niet meer terug in Trier gekomen. Vol nieuwe energie stap ik op de fiets. Onderweg let ik extra goed op de bordjes die tussen de wijnranken staan. En inderdaad: ik kom de Elbling-wijnranken van de familie Apel tegen. Eindeloze rijen met grote, groene bladeren en kleine druifjes. Ik neem me voor over een paar maanden nog eens terug te komen en de druivenoogst te zien. Door de prachtige kleuren en de gezellige oogstfeesten moet ook dat een goede tijd zijn voor een vakantie aan de Moezel!
Fietsverhuur in Trier
Geen fiets bij je, maar wel zin om een van deze mooie routes te rijden? Geen probleem! Bij Fahrradstation Gleis 11, op het station van Trier, kun je fietsen huren. Damesfietsen, herenfietsen, kinderfietsen, e-bikes: ze hebben het allemaal. En ook een kinderzitje of fietstas kun je erbij huren. Zelf huurde ik een e-bike en had ‘m het liefste mee naar huis genomen, zo’n goede fiets was het. Met ruim 80 kilometer op de teller had ik nog een halve accu vol en zat ik nog altijd lekker in het zadel. Heel fijn vond ik vooral dat de fiets lekker licht was, waardoor ‘ie wendbaar is en je ook nog eens een stukje zonder ondersteuning kunt fietsen.
Wandelen in Trier: de stad uit, het groen in
Je bent in Trier en hebt zin om te wandelen in de natuur? Dat kan goed! En het mooie is: je hoeft hiervoor niet eerst in het OV of de auto te stappen. Je kunt direct vanuit de stad beginnen met lopen en voor je het weet, sta je midden in het groen.
Vanaf de Porta Nigra beginnen twee wandelingen. Ze gaan beide eerst over de Kaiser-Wilhelm-Brücke en na de rivier gaat de een naar links naar de Mariensäule en de ander naar rechts naar het Weisshauswald. Ik kies de tweede optie. Na een klein klimmetje heb ik meteen een fantastisch uitzicht over de Moezel en Trier. Ik blijf een stukje langs de heuvelrand lopen tot ik het bos in wandel. De weg door het Weisshauswald voert door het populaire recreatiegebied van Trier. Er is een Wildgehege met onder meer damherten en rendieren, en een bospad met informatie over de verschillende planten- en bomensoorten. Vanaf hier volg ik de bordjes met de markering W2. Ik ga steeds dieper het bos in en maak kleine klimmetjes en afdalingen. Vlak voordat ik weer bij de parkeerplaats ben, houd ik nog even pauze op een comfortabele ligbank. Dan ga ik het bos weer uit en voor ik het weet, sta ik weer midden in het centrum van Trier.
Praktische tip: de wandeling door het Weisshauswald staat op Outdooractive, net als de wandeling naar de Mariensäule. Op de website van Trier vind je nog meer wandelingen die je direct vanuit de stad kunt maken.
FAQ – Actief weekendje weg in Trier en omgeving
Je kunt Trier goed bereiken met de Trein. De treinreis Amsterdam – Trier duurt ongeveer 7 uur en kost – als je op tijd boekt – tussen de €30,- en €60,-. Een mooie route is het ook nog, vooral vanaf Koblenz. Met de auto kan natuurlijk ook. Dan doe je er vanuit Utrecht ongeveer 4 uur over.
In Trier kun je de bekende Mosel-Radweg in twee richtingen oppakken. Vanaf Konz, ongeveer 8 km fietsen vanuit Trier, kun je ook over de Saar-Radweg fietsen. Verder starten er verschillende fietsroutes voor een dag in Trier, zoals de Sauertal-Tour en de Saar-Tour.
De sporen van de Romeinen, zoals de Kaisertherme en het Amfitheater. Maar ook de Dom, de Domfreihof, het Dreikönigenhaus, de vele fonteinen en het Kurfürstliches Palais zijn populaire bezienswaardigheden.
Saarburg voor het romantische centrum met waterval (ja, echt!) en Nittel vanwege de vele wijngaarden. Beide liggen op fietsafstand van Trier. Vind je het niet erg om nog wat verder te reizen? Dan zijn ook Traben-Trarbach, Bernkastel-Kues, Zell en Cochem de moeite waard. Bekijk ook mijn artikel met slow travel tips voor de Moezelvallei.