Bij de aanblik van de langzaam stromende Moezel doe je het als vanzelf wat rustiger aan. En dat is maar goed ook. Want de mooie plekjes in de Moezelvallei beleef je het beste op je gemak. Een fietstocht maken, slenteren door de stadjes aan de rivier, pauze houden bij een van de vele wijngaarden… Onthaasten en genieten zul je zeker tijdens een vakantie aan de Moezel in Duitsland.
Hoe volg jij de stroom van de Moezel?
Ga je met de stroom mee of tegen de stroom in? Letterlijk in dit geval. Ik kies voor het eerste en begin mijn reis in Bernkastel-Kues, waarna ik de rivier in noordelijke richting volg. In totaal is de Moezel 544 km lang, met de bron in de Franse Vogezen en de monding in de Rijn bij Koblenz. De Moezel wordt omringd door prachtige natuur, wel steeds met een net iets anders landschap. Terwijl je aan de Obermosel, aan de grens met Luxemburg, een wijd dal met zandsteenrotsen hebt, wordt het richting Cochem steeds smaller en steiler. De steensoort verandert mee: in de noordelijke Moezelvallei zie je veel meer leisteen. En dat zorgt ervoor dat er ook andere druivensoorten groeien en er dus andere wijn wordt gemaakt.
Reizen langs de Moezel betekent genieten van het veranderende landschap en steeds weer andere culinaire verrassingen. Zeker als je alle vijf de plaatsen aandoet, die zichzelf samen de Moselhighlights noemen! Bernkastel-Kues, Traben-Trarbach, Zell, Bad Bertrich en Cochem vormen samen een goed uitgangspunt voor een fantastische vakantie aan de Moezel!
Bernkastel-Kues: goed begin van je vakantie aan de Moezel
De trein tuft rustig door het groene landschap. Links van me de Moezel en steile rotsen, rechts wijngaarden zover ik kan kijken. Bij elk station moet ik moeite doen om niet uit te stappen: ik ben zo benieuwd wat er allemaal te zien is.
Na een treinreis van 6,5 uur stap ik bij Wittlich uit de trein en in de bus naar Bernkastel-Kues. Een betere start van mijn reis door de Moezelvallei had ik me niet kunnen wensen: Bernkastel-Kues is een prachtig vakwerkstadje. Origineel vakwerk, zo vertelt stadsgids Sebastian Quint, want Bernkastel is de bombardementen van de WOII gelukkig ontkomen. Hij vertelt ook dat je aan de hoogte van de plafonds kunt zien uit welke tijd de huizen stammen. Die met de lage plafonds zijn meestal uit de 19e eeuw, de andere van later.
Tussen twee rijen vakwerkhuizen in zie ik de steile heuvels met wijngaarden. Op de bodem ligt leisteen. Die houdt de warmte goed vast, waardoor de riesling-druiven hier goed gedijen. “De koningin van de druiven,” vertelt Sebastian, “Vanwege de steile hellingen en het intensieve arbeidsproces kan de wijn hier best duur zijn.” Maar, legt hij uit, dat hoeft niet per se. “Als je bij een Strausswirtschaft, een horecagelegenheid van een wijnboer, een fles koopt, kan je ook zomaar slechts €8,- voor een goede wijn betalen,” tips Sebastian ons. Hij wijst naar een krans van klimop en vertelt: “Je herkent de Strausswirtschaft aan deze krans, die overigens ook van wijnranken gemaakt kan zijn.”
Wijn als medicijn in Bernkastel-Kues
De bekendste wijn uit Bernkastel-Kues is de Doctor-wijn. De legende gaat dat een aartsbisschop uit Trier al van alles had gedaan tegen zijn ziekte. Medicijnen, een aderlating, verzorging: het mocht allemaal niet baten. Maar toen dronk hij een glas Riesling uit Bernkastel en… Zijn klachten verdwenen. Een waargebeurd verhaal of goede marketing: de wijn gaat toch net iets lekkerder smaken als je denkt dat ‘ie een geneeskrachtige werking heeft 😉
Traben Trarbach: stad van wijnkelders en art nouveau
Hemelsbreed zijn het van Bernkastel naar Traben-Trarbach maar vijf kilometer. Met een korte, maar pittige wandeling ben je er te voet in twee uur. Of je vervolgt je weg langs de Moezel met de bus of auto. Hoe je er ook komt, in de dubbelstad Traben-Trarbach staat je weer een heel andere flair te wachten. Ja, de stad heeft ook het mooie vakwerk dat je hier in de Moezelvallei verwacht. Maar er is meer.
De hoogtijdagen van Traben-Trarbach waren in de 18e eeuw. Wijnhandelaren verdienden goed geld met de productie en export van wijn. Van dat geld lieten ze onder meer grote huizen bouwen. In de art nouveau stijl want dat werd toen als het toppunt van moderniteit gezien. En zo kwam het dat tijdens de belle epoque van Traben-Trarbach de stad in een art nouveau-hotspot veranderde. Overigens hadden de wijnhandelaren toen nog altijd genoeg geld over en lieten daarvan onder meer een elektriciteitsnet aanleggen. En zo was Traben-Trarbach in 1902 de eerste stad met straatverlichting – nog voor Berlijn! Bij Hotel Bellevue zie je bijvoorbeeld een lamp buiten hangen die altijd brandt, ook overdag. De manier vroeger om te laten zien dat je rijk was.
Waar wijn is, zijn ook wijnkelders. En die zijn er veel in Traben-Trarbach. Met een stadswandeling kun je er een paar bezoeken, zoals die onder de brug van Traben naar Trarbach. Om te zorgen dat de vaten bij hoog water blijven liggen, werden ze met metalen beugels vastgemaakt. Zo bleef de kostbare wijn op z’n plek. En hoogwater, dat gebeurt nog wel eens bij de Moezel. Onze gids Laura vertelt over de laatste keer in 1993. “Dit is het verhaal hoe m’n ouders protestants werden. Ze wilden de kerstmis in de katholieke kerk bijwonen, maar die was overstroomd. Dan maar de protestantse kerk want die lag wat hoger. En sindsdien is m’n familie protestants,” lacht ze.
Het is de moeite waard om op pad te gaan met een stadsgids want Traben-Trarbach heeft verborgen pareltjes, die je anders niet zou zien. Letterlijk verborgen, zoals de wijnkelders, maar ook onopvallende details zoals het wijnverhaal van boer tot dronkaard uitgebeeld met stenen gezichtjes op de gevel van het Lorettahaus.
Via het water verder naar Zell
Rijd je langs de Moezel, krijg je meteen een vakantiegevoel. De weg volgt de kronkels van de rivier. Aan de ene kant zie je het glinsterende water, aan de andere kant alleen maar natuur. Nog leuker is het om een stukje van je reis met de boot over de Moezel te vervolgen. Bijna alle plaatsen zijn met elkaar verbonden door verschillende rederijen die de hele dag door varen. Plof neer op een bankje en laat de mooie, groene landschappen en idyllische vakwerkdorpjes aan je voorbij glijden. En houd ook je ogen open voor de namen van de verschillende wijnbouwgebieden. Als Hollywood-achtige letters pronken de namen tussen de wijnranken. En sommige zijn wel heel bijzonder, zoals de naam Kröver Nacktarsch. Vraag de kapitein maar eens naar het verhaal achter deze naam 😉
Tip: Mag het van jou wel wat meer actie zijn? Dan kun je op sommige plekken ook een kano of SUP huren, zoals in Cochem en Traben-Trarbach.
Fietsen & op zoek naar de zwarte kat van Zell
De volgende bestemming op mijn reis langs de Moezel is Zell. Klinkt misschien niet meteen zo bekend als Bernkastel of Cochem, maar misschien gaat er een belletje rinkelen bij de volgende vraag: heb je wel eens ergens een fles wijn met een zwarte kat erop gezien? Die komt hier vandaan! En hé, het zou geen Moezelwijn zijn als er geen spannend verhaal mee verbonden was. Deze keer waren er drie handelaren uit Aken op bezoek in Zell. Ze wilden verschillende wijnen proberen voordat ze een vat mee terug naar Aken zouden nemen. Op een van de vaten zat een zwarte kat, die steeds de klauwtjes uitstak als ze het vat wilden openen. “Als de kat het vat beschermt, is het waarschijnlijk de beste wijn,” zeiden de handelaren en ze namen de wijn zonder te proeven. De wijn kwam ook in Aken goed aan en de handelaren gingen terug. En zo kreeg de wijn de naam ‘Zeller Schwarze Katz‘.
Tijdens je vakantie fietsen langs de Moezel: de Mosel-Radweg
Het zal je dus niet verbazen dat je in Zell goed wijn kunt drinken. Maar je kunt er ook goed fietsen. En wel over de Mosel-Radweg. Het dal is hier smal, het wordt omringd door heuvels met wijngaarden en de Moezel slingert er als een glanzend lint doorheen. Het is een fantastisch stukje van de Moezelstreek om te fietsen. Zelf rijd ik tegen de stroming in naar Reil. Het is heerlijk fietsen. Het fietspad is geasfalteerd, goed onderhouden en bijna vlak. Daardoor kun je heel wat kilometers maken. De Moezel is steeds te zien en de steile hellingen zijn begroeid met eindeloze rijen wijnranken. Bij Reil steek ik de brug over om aan de andere kant van de rivier terug te fietsen. Links is een deel van de historische Kononenbahn te zien. Deze indrukwekkende spoorlijn van Berlijn naar Metz werd in de 19e eeuw aangelegd. Metz hoorde toen net bij het Duitse Keizerrijk en werd op die manier verbonden met de hoofdstad. Ook in de decennia erna heeft de spoorlijn een belangrijke rol in de geschiedenis gespeeld.
Waar de bogenbrug van de Kanonenbahn de heuvel in gaat, besluit ik de Mosel-Radweg achter me te laten en naar de uitkijktoren Prinzenkopfturm te fietsen. Vanaf hier heb je een gaaf uitzicht op de twee slingers die de Moezel hier maakt. Leuk detail: al in 1818 herkende koning Friedrich Wilhelm IV het mooie uitzicht – toen nog zonder toren zichtbaar omdat er geen bos stond. De heuvel heette toen nog Pferdskopf. De koning kwam er steeds terug en toen moest de naam toch eens wat koninklijker worden: Prinzenkopfhöhe-Prinzenkopf. Aan het einde van de 19e eeuw werd de eerste toren hier gebouwd. En sindsdien kun je over de boomtoppen naar de glinsterende Moezel en de groene natuur kijken. Na dit mooie uitzichtpunt besluit ik niet dezelfde weg terug, maar via de Marienburg terug naar Zell te fietsen. Wat een gevoel van vrijheid! Ik neem me voor een andere keer nog meer van de Mosel-Radweg te fietsen. Maar nu is het tijd om die beroemde zwarte katten-wijn te gaan proeven!
Meer lezen over de Mosel-Radweg? Aniek van de blog Avontuur op reis ging fietsen langs de Moezel van Trier naar Koblenz en schreef er een uitgebreid artikel over.
Een anders-dan-anders wijnproeverij in Zell: kelderwandeling met Günther
Van mecanicien naar wijnboer. Een wijnboer met goede verhalen, welteverstaan. Zo kun je Günther nog wel het beste beschrijven. Toen hij 12 was, begon hij in de wijngaarden van zijn ouders te werken en nu is hij er zelf trotse eigenaar van. En hij is niet vies van een experimentje. Van een elegante droge witte wijn tot een mierzoete dessertwijn tot een grappa van de restproducten: je kunt ze allemaal proeven terwijl je met Günther van de ene naar de andere wijnkelder wandelt. En bij elke wijn hoort een mooi verhaal. Eigenlijk vertelt Günther sowieso de hele tijd verhalen: grappige, ontroerende en interessante anekdotes. Soms weet je nauwelijks nog waar de realiteit eindigt en de fantasie begint. Bij de Tourist-Information Zell kun je de kelderwandeling met Günther (Duitstalig) boeken. Voor €16,- kun je veel wijn proeven en veel lol hebben. Ik wil niet teveel verklappen, maar lachen zul je zeker.
Bonustip: korte wandeling naar de Collis-Turm in Zell
Je houdt van mooie uitzichten? Maak dan de korte, maar pittige wandeling naar de Collis-Turm in Zell. De uitzichttoren ligt tussen de wijngaarden en de bosrand ten zuiden van het stadje. De kortste route brengt je via de Moselsteig in een halfuur naar de toren. Eenmaal boven heb je een schitterend uitzicht op de slingerende Moezel en Zell. Als je er een rondje van wilt maken, kun je ook de Collis-Rundwanderweg wandelen. Oh, en houd je ogen open voor wilde zwijnen. Toen ik er ’s ochtends vroeg wandelde, liep er plotseling eentje voor me over het pad. Van andere wandelaars begreep ik dat ze hier veel voorkomen.
Van zoet naar zout water: Bad Bertrich
Wandelen langs de Moezel kan dus erg goed op de Moselsteig. Wil je nog meer midden in de natuur zijn? Maak dan een klein uitstapje naar Bad Bertrich. Dit stadje ligt niet ver van de rivier, aan de rand van de Vulkaaneifel. Als kuuroord is het bekend vanwege de zoutwaterbron met mineralen die goed voor je gezondheid zouden zijn. Dat water kun je zelf tappen in het fonteintje vlakbij het Kurfürstliches Schlösschen. Of je kunt er in baden in de Vulkaanthermen. Een ook bijzonder in Bad Bertrich: de Elfengrotte. Die wordt ook wel de kaasgrot genoemd, omdat het basalt hier door horizontale strepen net op stapels ronde kazen lijkt. Je bereikt de grot vanuit het centrum van Bad Bertrich met een mooi bospad langs Ueß en vanaf daar loop je zo de mooie natuur van de Eifel in.
Het sprookjesachtige Cochem
Wandel je door Cochem, krijg je een beetje het gevoel dat je een paar eeuwen terug in de tijd gaat. Schijn bedriegt want een groot deel van Cochem werd in de WOII gebombardeerd en in de jaren 50 en 60 weer snel hersteld. Het maakt de stad zeker niet minder populair want de de vakwerkhuizen en het kasteel zijn met veel liefde weer opgebouwd. En zo’n wederopbouw zorgt ook voor grappige verhalen.
Als het heldere geluid van de klokken op het marktplein klinkt, vertelt de stadsgids: “Het heeft jaren geduurd voordat die te horen waren. De eigenaar wilde de klokken ophangen als ontwikkeling van zijn bedrijf, maar dit mocht niet van de gemeente.” Het probleem zat ‘m in het soort winkel: het is een winkel voor brillen en gehoorapparaten. Die heeft zulke klokjes niet nodig. “De eigenaar vond van wel: als je de klokken niet kon zien, had je een bril nodig. Als je ze niet kon horen, een gehoorapparaat. En zo kreeg hij na acht jaar van rechtszaken gelijk,” lacht de stadsgids. Tegenover de brillenzaak zit trouwens een koffiebranderij met knus café: de Cochemer Kaffeerösterei. Een superleuk plekje om even te relaxen en mensen te kijken, terwijl je van een écht goede kop koffie geniet.
Nog zo’n plek waar je heel goed kunt relaxen in Cochem: aan de overkant van de Moezel. Als het je te druk wordt in het centrum, hoef je alleen maar met de brug naar de overkant van de rivier te gaan. Koop een fles witte wijn bij een van de wijnzaken (aanrader: Weinstube Hieronimi), plof in het gras en geniet van het moment. Bonuspunten voor het uitzicht dat je hier hebt op de gekleurde huizen én de Rijksburcht Cochem. De Moezel stroomt langzaam aan je voorbij en in het zonnetje smaakt zo’n koud glas witte wijn nog nét iets lekkerder. Dit is pas echt vakantie!
Terug in de tijd op de Rijksburcht Cochem
Grote kans dat je ‘m bij aankomst in Cochem al gezien hebt: de Reichsburg Cochem. Hij werd al rond het jaar 1000 gebouwd en door verschillende Paltsgraven bewoond. Napoleon moest er echter niks van hebben en liet het kasteel verwoesten. Ruim 200 jaar stond er slechts een ruïne op de heuvel tot een Berlijnse koopman, Louis Ravené, het stuk grond kocht. Het was een koopje: 300 duizend Pruisische daalder, omgerekend €500,-. Hij herstelde het kasteel in ere en zorgde ervoor dat je vandaag de dag een kleine reis terug in de tijd kunt maken. Voor €3,50 kun je zelf het binnenhof bewonderen, maar het is de moeite waard ook met een rondleiding door de burcht in Cochem mee te gaan (€7,-).
Greet Cox, 40 jaar geleden op vakantie aan de Moezel en nooit meer weggegaan, vertelt met veel enthousiasme – en een aangenaam Vlaams accent – verhalen over de burcht. Als we in een klein kamertje staan, vraagt ze: “Wie ziet de geheime gang?” Achter de houten wand blijken twee trappen te zitten: eentje naar de bibliotheek, eentje naar de vrouwenkamer. “Maar sommige zeggen ook dat er een vluchtweg naar het klooster en de marktplaats is geweest,” zegt Greet geheimzinnig. In een zo mogelijk nog kleiner kamertje boven de laatste poort hangt een zogenaamd ‘lusterwijfke’: een lamp die de boze geesten buitenhoudt. “Vroeger mocht je de buik aanraken en een wens doen, maar zo houdt ze geen buik meer over. Ga er nu maar gewoon onderstaan en doe met je ogen dicht een wens,” gebiedt ze ons.
We lopen van de ene naar de andere romantisch versierde kamer. En van het ene naar het andere spannende verhaal. Na een uur staan we plotseling weer buiten. Ik moet nog even alle indrukken op me in laten werken. Dat kan prima op een bankje met uitzicht op de Moezel.
Wandeling door wijngaarden met fantastische uitzichten
Maak in Cochem zeker tijd vrij voor een korte wandeling want het mooiste uitzicht heb je als je een stukje de heuvels in gaat. De pittige klim is de moeite waard! Vanaf het centrum van Cochem loop je in een halfuur steil omhoog naar de Wetterfahne, een klein hutje aan de bosrand. Hier kun je weer even op adem komen en genieten van het panorama-uitzicht op de Moezel en Cochem. Je kunt door het bos de kromming van de rivier in noordelijke richting volgen er een heel klein paadje naar beneden gaat, naar het uitzichtpunt ‘Aussicht zur Mosel/Kloster Ebernach’. Vanaf hier kun je Cochem niet meer zien, maar wel in de andere richting van de Moezel kijken.
Boven de Brauselay langs, kun je weer richting Cochem wandelen. De Brauselay wordt ook wel de ‘Loreley van de Moezel’ genoemd want de indrukwekkende rotsen steken zo’n 65 meter boven de rivier uit. Op het hoogste punt is weer een mooi uitzichtplatform. Aan mooie uitzichten op deze wandeling geen gebrek! Het laatste stukje naar Cochem wandel je midden tussen de wijngaarden. Kleine bordjes geven aan wie de wijnboer is en welke druiven hier groeien.
FAQ – Vakantie aan de Moezel in Duitsland
Ja! Tussen Trier en Koblenz rijdt een sprinter, die ook in een aantal kleine stadjes aan de Moezel stopt. Tussen de stadjes rijden ook bussen. Of leg een stuk met de boot af. De Moezelvallei is dus een goede vakantiebestemming als je met het openbaar vervoer wilt reizen.
De Moezelvallei is in de zomer een populaire bestemming. Logisch want de natuur is dan prachtig groen en de wijnfeesten zorgen voor reuring in de steden. Liever wat rustiger? Ga dan in het voorjaar als de wijnranken net groen worden. Of juist in het vreoge najaar als de wijngaarden goud-geel kleure en de druiven geoogst worden.
Zeker weten, en mooi ook nog. De Mosel-Radweg volgt de rivier van Koblenz naar Thionville in Frankrijk (396 km). De route is bijna helemaal vlak en gemakkelijk te fietsen.
Genoeg! De uitkijktoren Prinzenkopfturm in Pünderich, de Colllis-Turm in Zell en de Burg Landshut in Bernkastel-Kues zijn mijn favorieten. Maar ook het uitzicht van de Reichsburg Cochem mag er zijn.
– Disclaimer: voor de reis langs de Moezel werd ik uitgenodigd door Moselhighlights. Het enthousiasme dat je leest, is zoals altijd 100% dat van mij! –