“We moeten ze natuurlijk wel wat lekkers bieden, zodat ze steeds terugkomen” lacht Roland Schörkuber, “Dus we verwennen de herten.” Hij gooit nog een grote voederbiet op het terrein. Roland is beroepsjager in Schwangau, in de oostelijke Allgäu. Hij is nauw betrokken bij het op peil houden van het wilde hertenbestand in de Ammergauer Alpen. Een van de maatregelen is de Wildfütterung. Elke dag worden ongeveer 180 wilde herten gevoerd. En Schwangau is een van de weinige plekken waar je dit spektakel kunt bekijken.
Kwetsbare natuur en hongerige herten
Vanaf eind december tot het begin van de lente worden de hongerige herten uit de Ammergauer Alpen gevoerd. Elke dag scheppen Roland en zijn collega Wolfgang Schweiger kilo’s voer in de voederbakken. Vandaag mag ik hen daarbij vergezellen. Een vraag brandt al op mijn lippen sinds ik onderweg naar Schwangau was: waarom? “Het is normaal dat de herten in de winter uit de bergen naar het Vooralpenland komen, door de sneeuw kunnen ze in de bergen immers geen eten meer vinden,” legt Wolfgang uit. “De natuur in het vlakke land is hier echter geweken voor de dorpen en het stuwmeer de Forggensee, daardoor komen de herten hier niet meer graag heen.” De consequentie: de herten blijven in de bergen en vreten daar alles wat ze maar tegenkomen. “Daardoor zouden ze hun eigen leefgebied, het bos, kapotmaken,” voegt Roland toe.
Als de herten hun maaltje ruiken
En niet alleen voor de herten is het belangrijk dat het gemengde bergbos blijft behouden. Het bos heeft allerlei functies: het biedt onder meer bescherming tegen lawinen, heeft een positief effect op het klimaat, dient ter recreatie en het hout is een belangrijke grondstof. “We gaan duurzaam om met het bos: halen er altijd minder uit dan weer terug groeit. Het bos moet een kans krijgen om zich op een natuurlijke manier te verjongen. Als herten aan jonge boompjes gaan knabbelen, gebeurt dat niet,” legt Wolfgang uit.
Zodat de dieren dus toch naar het Vooralpenland komen, wordt ze elke dag een lekker maaltje geserveerd. Dat bestaat uit onder meer hooi, appelpulp en voederbieten. Als de twee jagers de bak van de tractor vullen, ben ik niet de enige die het zoet geurige hooi ruikt. Uit de schaduw van het bos komen langzaam steeds meer herten. Parmantig schrijden de mannetjes met hun enorme geweien naar de voederbakken die Roland als eerste vult. Een beetje twijfelend komen de vrouwtjes en de jonge herten er achteraan. Het is verbazingwekkend dat ze nauwelijks uitwijken als Roland met de tractor over het terrein rijdt om het voer te verdelen. “Ze zijn ons inmiddels wel gewend,” zegt Wolfang. Mij nog niet. Zodra ik een paar stappen naar voren zet, kijken me tientallen ogen aan. “Tja, ze kennen jou niet en je ruikt anders. Waarschijnlijk beter,” lacht Wolfgang.
Het herten-smoelenboek
Hoe goed ze de dieren en de twee jagers elkaar kennen, blijkt even later. Een fors hert met een asymmetrisch gewei nadert de voederbak die op slechts tientallen meters afstand van mij staat. “Dat is Schaufler,” zegt Roland. Hij heeft me een boekje: op de linkerkant staat steeds een foto van het gewei, rechts een foto van het hert met de naam en leeftijd eronder. De beroepsjager maakt elk jaar zo’n boekje. De verbazing is kennelijk van mijn gezicht af te lezen. “Ja, wat denk jij dan? Ik ben hier in de winter elke dag ’s ochtends en ’s middags en ik kom zo dichtbij de dieren. Natuurlijk kan ik ze dan uit elkaar houden. Een boer kent toch ook zijn koeien?”
Een voorstelling met herten, zonder applaus
“En dan nu: de grande finale,” zegt Roland in het voorbijgaan. Hij schept voer in de bakken die het dichtst bij het houten hek staan. Wolfgang opent ondertussen exact om 15 uur het terrein, zodat de wachtende bezoekers nu ook de herten van dichtbij kunnen bekijken. De eerste paar minuten is het een koor van ah’s en oh’s. Het is ook echt bijzonder om de dieren die je in de zomer met heel veel mazzel misschien een keer te zien krijgt als je een eenzame bergtocht maakt, nu in grote getalen van zo dichtbij te bekijken. Roland gaat op een boomstronk staan en vertelt de bezoekers over het hoe, wat en waarom van de Wildfütterung. Hij legt uit ook uit dat de wilde dieren in de winter op een laag pitje leven: om te overleven zijn eten en rust noodzakelijk. Daarom is het tijdens wintertochten ook zo belangrijk om hun leefgebied bij wintertochten zoveel mogelijk te vermijden en dieren vooral niet te laten schrikken. “Dus hoewel een applaus aan het einde van de voorstelling gewaardeerd wordt, stel ik voor dat jullie dat niet doen. Anders is de voorstelling heel snel weer voorbij,” besluit Roland zijn verhaal grappend. En dus genieten we nog even in stilte van dit bijzondere tafereel.
De Wildfütterung in Schwangau: waar en wanneer
De Wildfütterung in Schwangau vindt vanaf ongeveer 25 december tot de eerste week van maart elke dag om 15 uur plaats. De Wildfütterung is gratis toegankelijk. Om 15 uur gaat het terrein open. Het voeren duurt ongeveer een halfuur. In die tijd kun je het terrein niet verlaten i.v.m. de rust van de dieren. Jager Roland Schörkhuber zal in dit halfuur iets vertellen over de dieren, het voeren en natuurbescherming. Je bereikt het terrein vanaf de parkeerplaats Karbrücke met een wandeling van ongeveer een ruim halfuur: je wandelt dan op de winterwandelroute ‘Zur Wildfütterung’. Je kunt ook een ritje met de paardenkoets vanuit Schwangau-Brunnen hierheen boeken.
Disclaimer: Ik schreef dit artikel in samenwerking met Füssen Tourismus und Marketing. Het enthousiasme dat je leest, is zoals altijd 100% echt.